Inhoud

Bron: Dagblad Tubantia, 3 augustus 2022, geschreven door Harry Jutten, foto is gemaakt door Lars Smook.

‘Osse, petret van’n pestoor’ is een toneelproductie op drie locaties in Beckum. Het is een eerbetoon aan de legendarische pastoor, die met de genen van het dorp vergroeid lijkt.

 ‘Appels en peeren, ook voor gereformeerden, stond er op een bord bij zijn tuin’, verklapt scriptschrijver Jan Riesewijk alvast een lichtvoetig detail uit een breed opgezet theaterstuk over een vooroorlogse priester die ‘eigenlijk een heel serieuze man was’. Chrisjan Osse (1865-1940) was ongeveer vier decennia de dorpspastoor van Beckum en heeft daar een onuitwisbare indruk achtergelaten. ‘De kerk is gebouwd met Osse-bakstenen uit de fabriek in Losser. Pastoor Osse is geboren in wat nu het Ossehoes is. En ik woon zelf op een stuk oude grond dat destijds als een tuin bij de Ossehof hoorde’, schetst Riesewijk de Losserse roots van de ‘Heeroom’, zoals een tot priester gewijde zoon binnen de familie werd genoemd. ‘Osse is ook overleden in Losser. Al ziek en te vermoeid na een fietstocht van Beckum naar zijn ouderlijk huis viel hij weg toen hij bij de Oelermars even ging zitten.’ Deze wetenswaardigheden, samen met zijn affiniteit met het rijke roomse leven, maakten voor Riesewijk de cirkel rond. Hij ging graag in op het verzoek van Levenslust om een voorstelling te schrijven.

Heerom Osse van Beckum

Voor werkgroep-lid Cilia Scharenborg van de toneelvereniging komt met de keus voor Jan Riesewijk alles samen. ‘We hebben al vaker met Jan gespeeld. Hij heeft een serieuze kant en wij kennen zijn humor, ook waar het gaat om de religie. Dat maakte ons enthousiast.’ Jan vult aan: ’t moet zo wéén.’ Opmerkelijk genoeg was het pastoor Osse die met enige tegenzin de huidige dorpskerk van Beckum inwijdde in 1938, niet wetende dat het gebedshuis de komende jaarwisseling als gevolg van ontkerkelijking wordt gesloten. Riesewijk gebruikte de lockdown om in vier maanden het script uit te werken, onder meer gebruik makend van het boek ‘Heeroom Osse van Beckum’ van schrijver Rinus Scholten. In het stuk komt aan bod hoe zeer Osse gesteld was op het oude en bouwvallige waterstaatkerkje in het dorp. ‘Hij was er zeer aan gehecht en wilde daar helemaal niet weg. Uiteindelijk ging Osse overstag en werd de nieuwe Blasius-kerk gebouwd. Niet naar zijn nogal onpraktische ontwerp, maar hij kreeg het wel voor elkaar dat er Osse-stenen van Werklust uit Losser werden gebruikt. Misschien om de deken van Hengelo te plagen hield hij de inwijdingsmis ’s morgens al om zeven uur’, vertelt Riesewijk, die ook zelf als verteller een rol heeft in de voorstelling.

Audities in oktober

‘Ik vind het belangrijk om te benadrukken dat het stuk naast historie allerlei moderne elementen in zich heeft. Daarom is het ook voor jongeren en mensen van andere gezindten een mooie voorstelling’, aldus Cilia Scharenborg, die verwacht dat er ongeveer zestig spelers nodig zijn voor de acht voorstellingen. ‘Op 1 en 9 oktober, houden wij audities in het parochiehuis. Er is sowieso een mooie rol voor onze eigen leden, maar niet per se voor alle grote rollen. Zou wel mooi zijn dat de rol van Osse voor iemand uit de club is’, hoopt Scharenborg. Naast scenes in de kerk zijn er delen die worden opgevoerd op het plein van de basisschool en op de weide bij Het Wapen van Beckum. Riesewijk en Scharenborg vertrouwen op het vakmanschap van regisseur Jos Brummelhuis en productieleider Harry Lutkenhaus, twee ervaren theatermensen waar beiden al vaker mee samenwerkten. Een speciale commissie is druk om het praktisch mogelijk te maken. Scharenborg: ‘Als toneelvereniging zijn we te klein voor zo’n grote theatervoorstelling.’ 

Schoolmeester Driesenaar

In het dorp Beckum zijn er meerdere, door de tijd heen min of meer geromantiseerde verhalen die telkens weer over Osse telkens worden verteld. Zo was pastoor Osse in 1920 allerminst te spreken over de plannen voor een dorpsfeest. Tegen schoolmeester Driesenaar, die het feest wilde organiseren, zou Osse hebben aangegeven er weinig gelukkig mee te zijn. Het zou maar vreemd volk aantrekken. Driesenaar hield zijn poot stijf en Osse gaf de volgende jaren zijn zegen ‘maar aj’t doot vin ik het good, mer ik heb leawer da’j het nig doot’. In een ander verhaal gaat het over de angst van Osse voor een periode van zeven jaren zonder regen, reden voor hem om kruiden te telen en daar olie uit te destilleren met een speciaal daarvoor in Marseille geproduceerde ketel. Het apparaat stond jaren op zolder van steenfabriek Werklust weg te roesten totdat een particulier het kocht en restaureerde.

Eén Menschentaal

In het script van Jan Riesewijk komt mogelijk ook het boekje ‘Eén Menschentaal’ aan bod. Osse schreef het om kinderen op jonge leeftijd op basis van het Latijn te helpen bij het leren van vreemde talen. In 1937 reisde Osse er zelfs voor naar het Vaticaan in Rome, maar de onderneming liep uit op een grote teleurstelling. Tientallen onverkochte exemplaren eindigden oneerbiedig op een brandstapel in de pastorietuin. De verdiensten van Osse waren ondanks deze overmoedige acties voldoende aanleiding om een straat naar hem te noemen en zelfs de carnavalisten van De Beckummer Ossen houden de pastoor in ere, hoewel Osse het carnaval bij leven mogelijk ook niet bepaald zijn zegen zou hebben gegeven. Er zou vast teveel vreemd volk op af komen. Riesewijk en Scharenborg houden het script nog even stevig gesloten om niet alle verdiensten van verhalen over Osse en de nodige anekdotes vrij te geven.